Wanneer de stootbal wordt bespeeld met zijeffect, dan heeft de stootbal een draaiende beweging bij vertrek. De aangespeelde tweede bal ondervindt invloed van deze aanrollende draaiende stootbal. Bij contact wordt door wrijving een beetje draaiing overgenomen. Een weggeduwde tweede bal werkt deze overgenomen draaiing uit op de eerstkomende band. Een schuin invallende bal heeft, na kering op de band, een wat ruimere/grotere uitvalshoek. Dat komt door afremming, frictie op de bandrand en kering van de bewegingsrichting. Het overgenomen effect kan deze uitvalshoek vergroten of verkleinen. Dat hangt af van het effect, richting bevorderend of richting beperkend.(mee-effect/tegeneffect.) Probeer het eens uit en bestudeer de mogelijkheden.